Geboren: 22 september 1890 in Wijngaarden
Overleden: 28 februari 1945 in Ravensbrück
Adres: Stationsweg 32
Leentje Johanna Nederlof verhuist in 1924 met haar ouders van Wijngaarden naar Sliedrecht. Na hun overlijden, woont Leentje van 1929 (alleen en ongehuwd) in wat toen nog Stationsweg 32 was. Bij de hernummering van de Stationsweg in 1952 kreeg de woning nr. 42.
Voor de oorlog begon hield mejuffrouw (zo werd je in die tijd genoemd als je niet was getrouwd) Nederlof kostgangers. Het huis was er ruim genoeg voor en het bracht natuurlijk ook wat geld in het laatje. Haar kostgangers waren in de regel mensen van Joodse komaf. Toen de Joden ook in ons land (met ingang van zondag 3 mei 1942) verplicht werden de zogeheten Jodenster te dragen, de Duitsers ruim twee jaar na het begin van de oorlog Westerbork overnamen als doorgangskamp en de bewegingsvrijheid van Joodse inwoners verder werd beperkt, werd het een stuk moeilijker de Joodse kostgangers te huisvesten. Eigenlijk had zij hen toen de deur moeten wijzen. Maar dat deed ze niet: formeel waren er geen kostgangers meer, maar de mensen konden wel blijven en zijn op die manier eigenlijk ondergedoken. Bij de buurtbewoners was algemeen bekend dat er ook toen “kostgangers” in huis waren. Naar alle waarschijnlijkheid heeft een van die buurtbewoners de zaak ook aangebracht.
13 Joodse “kostgangers” (waaronder de familie Van Gelderen) zijn opgepakt. In het dagrapport van de Sliedrechtse politie van woensdag 3 maart (op donderdag 4 maart) 1943 lezen we dat om 11.30 “op last van de Duitse politie, Devisenschutzkommando Niederlande, Aussenstelle R’dam, Parklaan 40 politieassistentie is verleend bij de arrestatie van een achttal Joden, die zich in strijd met de desbestreffende voorschriften ophielden bij Mejuffrouw Nederlof, Stationsweg 32 alhier. Een tweetal Joden namen bij de komst van de Duitsche beambten de vlucht. Een der Duitschers loste een schot doch miste, waarom de Joden richting van den Dijk wegliepen. De overige Joden werden door voornoemde beambten naar het Bureau van Politie overgebracht”. De acht opgepakte Joden waren: Joseph de Raaij; Vrouwtje de Raaij-de Jong (echtgenote van Joseph); David de Goede; Julia de Goede-Salomons (moeder van David); Rozette van Aalst; Martha Kattenburg-Goldstein (schoonzus van Antoinetta en Hester); Antoinetta Rosenau-Fles (zus van Hester) en Hester Kattenburg-Fles (zus van Antoinetta). Via het Rode Kruis is achterhaald dat ze allemaal op 29 maart zijn aangekomen in Westerbork en van daaruit op transport zijn gesteld naar Duitsland. Joseph en Vrouwtje zijn op 17 september 1943 vermoord in Auschwitz. De anderen gebeurde dat in Sobibor op 9 april 1943.
Ook Leentje werd dus gearresteerd en via kamp Vught in 1944 naar Buchenwald getransporteerd. Daar kreeg ze – kort voor de bevrijding – de keuze: of ze ging werken in een munitiefabriek of ze werd op transport gesteld naar het vrouwenkamp Ravensbrück. Ze koos voor het laatste omdat ze er niet voor voelde mee te werken aan de fabricage van munitie. Op 28 februari 1945 (twee maanden voor de bevrijding van het kamp door de Russen) is mejuffrouw Nederlof overleden.
Het pand Stationsweg 42 is na 1975 in gebruik geweest als koffiebar “Het Luik” van Youth for Christ. Een organisatie die in die jaren ook in Sliedrecht een afdeling had. Eind jaren ’80 is het pand gesloopt om ruimte te maken voor ontwikkelingen rondom de Bonkelaar.
Het bedrijf Drechtsteden Hypotheken & Verzekeringen uit Papendrecht heeft laten weten de steen van mejuffrouw Nederlof graag te financieren. Een mooi voorbeeld, dat wat ons betreft navolging verdient.
Maandag 7 oktober 2019 heeft Gunter Demnig 12 struikelstenen geplaatst in het trottoir waar ‘het droevigste huis van Sliedrecht’ ooit stond. Lees ook het artikel in het periodiek van de Historische Vereniging Sliedrecht, december 2019: Verhalen over de bewoners van Stationsweg 32 tijdens de oorlog.
Foto’s zijn van Suzanne Heikoop van SHe Fotografie in opdracht van het Kompas Sliedrecht.